Tuesday, August 26, 2014

Rooming in



‘Rooming in’ klinkt heel hip. Het doet denken aan een mooie lenteochtend. Ergens in Italie. Een zeegroen geschilderde voorgevel. Met een klein gietijzeren balkonnetje eraan. Waar je de zon even op je gezicht kunt laten schijnen, terwijl je kijkt naar de eerste mensen die op weg zijn naar hun werk. Het buurtwinkeltje dat zijn luiken opent. Een baasje die zijn hond uitlaat. De buurman die even naar je zwaait, vanaf beneden. Tot de bed & breakfast eigenaar op de deur klopt. Verse broodjes, zojuist geperste jus en een echt Italiaanse cappuchino komt brengen. Buongiorno! Een beetje à la Elizabeth Gilbert in Eten, Bidden en Beminnen


Maar op de kinderafdeling van het ziekenhuis betekent ‘rooming in’ toch echt iets heel anders. Dat je constant de wacht houdt over je zieke kind. Dag. En nacht. Met een uitklapbed, dat nog net in de kamer past. Waar een mosterdgele sprei overheen ligt, met tropische bamboeprint. Om te compenseren voor de koude, gefilterde lucht van de constant zoemende airconditioning. En je hooguit vijf minuten alleen gelaten wordt. Dag. En nacht. Waarna er weer een dokter binnen komt. Om het algehele welbevinden van je kind te controleren. Een verpleegster. Om je kind een zetpil te geven. Of de huishoudelijke dienst. Die het ziekenhuisontbijt brengt. Een droog beschuitje, plakje komijnenkaas in plastic, en een plastic bekertje met filterkoffie. Goeiemorreguh! Een beetje à la ER, maar dan zonder George Clooney.


‘Het lijkt hier wel een muizenexperiment,’ verzucht ik tegen een vriendin. Die zo lief is om een hele tupperware uitzet vol pasta met saus langs te brengen. Inclusief stokbrood, een bakje salade, en dressing. ‘Iedere keer als ik heel even hoop rust te hebben, komt er weer iemand binnen. Alsof ze steeds met een vinger in je schouder prikken. Erbij blijven. Prik. Niet in slaap vallen. Prik. Koppie erbij. Prik.’ Gelukkig krijgen we ook heel veel niet-medische aandacht. Andere vrienden, die ook voor ons koken. Langskomen. In het echt of virtueel. Aanbieden om op onze andere kinderen te passen. Bezorgd opbellen vanaf hun vakantieadres in Frankrijk. Kaartjes sturen en kadootjes brengen. 


Waarmee onze ‘rooming in’, die uiteindelijk ruim 10 dagen duurt, toch nog een mooi zilver randje krijgt. Want waar Elizabeth Gilbert helemaal naar Italië gaat om te zoeken naar de dingen die ze mist in haar leven: plezier, toewijding en evenwicht. Vind ik die dingen bij ons om de hoek, in het Kennemer Gasthuis Zuid. In het plezier, de toewijding en het evenwicht van onze lieve vrienden en familie. Alle mensen die er voor ons zijn wanneer we dat zo hard nodig hebben. En die ook na Kate haar ontslag uit het ziekenhuis ‘rooming in’ blijven. Maar dan in mijn hart. 


Wednesday, August 13, 2014

Grote dromen, kleine wensen



Net als velen, blijf ik altijd nog grote dromen houden. Sommigen zo absurd dat je ze een ander niet aan hun neus gaat hangen. Een keer als potentiële medaillewinner die olympische piste af skiën. Terwijl je in het echte leven al moeite hebt om van een kleuterberg af te gaan. Op een slee. Op dat Voice podium staan als een volleerd artiest. Die niet alleen noot kan houden, maar er ook nog een geweldig Bruno Mars - achtig dansje bij kan doen. Waarna je aan het eind heel cooltjes de twee voice vingers de lucht in steekt, naar het duizendkoppig publiek. Bestseller schrijver worden. Met jouw gefotoshopte afbeelding in de abri’s van alle NS stations. Zodat alle lezers in Nederland weten dat ze nú jouw boek moeten kopen. Zeker als ze het nog willen lezen vóórdat de film remake in de bioscoop uitkomt. 


Dromen die helemaal niets te maken hebben met het leven van alledag. Het echte leven. Waarin gewoon om half 7 de wekker gaat. Je slaperig naar beneden loopt om een kopje koffie te zetten. Je nog net geen Nutrilon babypoeder in je koffie gooit, in plaats van suiker. Terwijl je je ondertussen bedenkt dat je nodig je tanden moet poetsen. Je moet opschieten ook, omdat er voor je het weet alweer een kind wakker wordt. Of twee. Waarna de ochtendspits begint en je als een volleerd ober of serveerster bammetjes staat te smeren, melkbekers inschenkt, en boterhamtrommels vult. Om dan, alweer nét iets te laat, op je fiets de straat uit te sjezen. Op weg naar je kantoorbaan. Met de trein die, ook vandaag, niet op joú staat te wachten. 


Maar de afgelopen week had ik er zo voor getekend. Dat leven van alledag. Het echte leven. Want onze jongste dochter ligt ineens in het ziekenhuis. Met zo’n heftig virus dat ze niet langer zelf kan eten en drinken, constant veertig graden koorts heeft, en alleen nog maar heel zachtjes kan huilen. Als een klein ziek vogeltje. Met ons als ouders 24/7 aan haar bed. Waarmee we ineens verbannen zijn naar een wereld niet groter dan de kamer waarin datzelfde bed staat. Met een zoemende airco op de achtergrond. Constant verpleegsters en dokters die in en uit lopen. Op de gang de ouders van alle andere zieke vogeltjes op de afdeling. 

En daarmee zijn al die grote, stiekeme, dromen alleen nog maar kleine wensen. Is de enige grote droom die er nu nog over blijft, dat ons meisje zo snel mogelijk naar huis mag. Niks stiekems aan, iedereen mag het weten. Hoe toepasselijk dan ook het fortune cookie papiertje dat mijn man Jason uit zijn broekzak viste: “Enjoy the little things, one day you may look back and realize they were the big things” Got it. En heb het papiertje maar gelijk op het prikbord van het ziekenhuis gehangen. Voor alle andere onfortuinlijke ouders en kinderen die hier nog voorbij zullen komen. En mogen we dan nu naar huis? 


Sunday, August 10, 2014

Hoe de wind waait, waait mijn vakantierokje



Nog een weekje en dat zit het er, voor ons Noord-Hollanders, weer op. De vakantietijd is weer afgelopen en de kindertjes gaan weer naar school. Dus is het moment van het grote her-opvoeden weer aangebroken. Het moment waarop alle dingen die we de afgelopen weken plots wél goed vonden, dat nu níet meer zijn. Al die bliksemafleiders, ingezet bij hogedrukgebieden die dreigden te resulteren in een wolkbreuk. Lees: potentiële woede-uitbarstingen waarbij je kind – of jijzelf - dreigde zo hard te gaan gillen dat het thuisfront het - vanaf de camping - zou kunnen horen. 


Nee, je mag niet elke dag een ijsje. Daar zit heel veel suiker in, en dat is ongezond. Je wordt er dik van en krijgt een mond vol met gaatjes. Nee, het is niet oké om de halve dag op de Ipad te zitten. Daar word je agressief van. Bovendien schijn je er ook nog een bochel van te krijgen. En van al die straling zou je best eens ziek kunnen worden. Nee, de televisie mag ook niet. Daar krijg je vierkante ogen van, die pijn doen aan je ronde hoofd. En nog eens nee, je mag niet iedere avond om half tien naar bed. Je moet goed slapen, want ’s nachts verwerk je alle prikkels van overdag. 


Waarom het de afgelopen weken dan wel mocht? Omdat het va-kan-tie was. Snap je? Vooral voor ons ouders. Want tijdens de vakantie zat er niet minder suiker in dat ijsje. Straalde de Ipad niet minder hard. Was de TV niet minder vierkant. En in de zomertijd verschuift de klok toch echt maar een uurtje, niet drie en een half. Maar konden we simpelweg eventjes de puf niet opbrengen. Werden we voor een paar weekjes laissez-faire ouders: hoe de wind waait, waait mijn vakantierokje. 


Was wel even heerlijk toch? Maar nog even en we moeten we weer keihard aan de bak. Dus is het goed om die broek alvast weer aan te trekken, met de riem iedere dag een gaatje strakker. Het langzaam op te bouwen. Zodat onze kindertjes straks niet lijkbleek, gapend in de schoolbankjes zitten. Bij het ochtendkrieken. Maar vol frisse zin en blakend van de energie. Ja, het is hard werken. Dat heropvoeden. Maar ach, een jaar is zo om. Voor je het weet is het weer zover.  En kunnen de vakantierokjes weer uit de kast.