Sunday, June 23, 2013

Nerd, op een schaal van tien


Je staat in de krant schat. Zeg ik vanochtend gekscherend, aan het ontbijt. Hoezo, dacht dat jij dat was? Is het antwoord. Refererend aan het Haarlemse sufferdje, waar deze week een aankondiging van mijn Meet & Greet bij boekhandel de Vries in stond. (Tja, local celebrity... gotta start somewhere). Nee, er staat een artikeltje in de Volkskrant over de plussen van het daten van nerds. Zo’n nerd ben ik toch ook weer niet? Hooguit een 2 op een 10-puntsschaal. - Want als bèta nerd drukt hij het natuurlijk wel even in cijfers uit. - Misschien, maar aangezien ik een dikke 8 scoor op de hip-schaal. Zo pest ik hem verder. Kom er je er nog steeds niet al te best vanaf. Een dikke 8? Fronst hij zijn kritische wenkbrauwen. Mmm... die scoor je dan ook alleen maar in vergelijking tot mij. 

En dat is natuurlijk best een slim en gevat antwoord. Waarmee we gelijk een van de pluspunten van de bèta nerd te pakken hebben, aldus het artikel. Andere plussen? Hij is volwassen, heeft een baan, is enthousiast, handig, heeft tijd voor je en leert snel. Zaken waar ook mijn eigen 2-punts nerd heel goed op scoort. Voorbeeldje? ‘If you’re always striving for immediate succes, you’ll get nothing but failure.’ Was de feedback die ik verderop tijdens datzelfde ontbijt van hem kreeg. Toen we het hadden over mijn schrijfambities. En vooral het enorme ongeduld dat ik daarin laat zien. Een gesprek waar hij even goed de tijd voor nam. Nadat hij zich - heel volwassen - over mijn nerd pesterijen heen had gezet.

Andere punten uit het artikel waren minstens even herkenbaar. Houdt niet van sportwedstrijden kijken. Check. (Wel van How it’s Made en al die andere spannende programma’s op Science & Discovery Channel). Springt van vreugde op en neer in zijn stoel als hij enthousiast over iets is. Check. (Vooral als hij een nieuwe definitie heeft gevonden om op te nemen in zijn eigen online woordenboek). Kan dezelfde intelligentie waarmee hij snapt hoe een zevendimensionale Banachruimte werkt, ook inzetten om te leren welke broek er in de mode is. Halve Check. (Het Home Improvement Plan, ingezet nadat hij op onze eerste date met een knalgele regenjas en bergschoenen aan kwam zetten, heeft enige verbetering opgeleverd. Maar we zijn er nog (lang) niet).

Ook de conclusie, tevens kop, van het artikel 'Neem een Nerd!' kan ik van harte onderschrijven. "Ik raad alle vrouwen een exacte man aan, ook degene die geen 9 met 4 kunnen vermenigvuldigen," zo stelt de schrijfster. Bovendien, zo kan ik nog aan het artikel toevoegen, zit er vast meer ‘nerd inside of you’ dan je nu zelf denkt. Want laten we nou eerlijk wezen. Zelfs als een nerd je ertoe uitdaagt. Het als grap is bedoeld. Een écht hip iemand laat zich er natuurlijk never nooit niet toe verleiden om zijn hip-zijn op een 10 puntschaal uit te drukken. Want dat is namelijk niet echt ehh... Juist. Je snapt het.


In het artikel staan overigens ook nog wat handige tips om je eigen bèta man aan de haak te slaan. Kleine aanvulling: om zeker te zijn dat het er echt eentje is kun je een Rubik's Cube in je handtasje doen, of een van die andere flauwe breinbrekers. Timer op je telefoon op een seconde of tien. Lukt het binnen de tijd? Heb je beet. Zo niet? Op naar de volgende kandidaat, in die Delftse studentenkroeg (thuishaven van de Technische Universiteit). Maar voor nu eerst even snel naar de AKO op het station. Waar de Volkskrant van zaterdag/ zondag nog tot vanavond op je ligt te wachten. En mail me vooral als je nog meer tips nodig hebt. Van een ervaringsdeskundige. De quasi hippe vrouw van een 2-punts nerd, op een schaal van tien.

Saturday, June 15, 2013

Zweeds model op zijn Hollands



Wij zijn fervent IKEA ganger. Dure designmeubelen hebben met kleine kinderen nou eenmaal geen zin. Behalve als je er met rode viltstift een mooi signatuur op wilt. En we zijn niet de enige enthousiastelingen. Blijkbaar stonden er op de dag van de eerste IKEA vestiging in Nederland al vanaf vijf uur ’s ochtends honderden mensen voor de deur te wachten. Check: http://nl.wikipedia.org/wiki/IKEA Daar kan zelfs de kaartverkoop voor een concert van de gemiddelde wereldster nauwelijks tegenop. Ook vandaag de dag is de Zweedse keten nog altijd onverminderd populair. Dat geldt tevens voor de ballenbak, helaas. Waar je al snel een half uur voor moet wachten. Inschrijfformulieren, schoenen en jassen vast in de hand. Ondertussen druk bezig je plek in de rij te bewaken. 


Maar vorige week hadden we geluk. Zo dachten we. Er stonden slechts vier kleine kindertjes voor ons en Småland was nog nagenoeg leeg. Het bordje ‘na dit punt nog 20 minuten wachttijd’ lag minstens 3 grote mensen stappen achter ons. Dus met een klein rekensommetje kwamen wij uit op zo’n vijf minuten wachttijd. Maximaal. Maar toen na alweer vijftien minuten wachten eindelijk het eerste kindje naar binnen mocht, kregen wij een slecht nieuws bericht. Het duurt nog minstens een half uur voordat de volgende erin mag. Huh? Ja. Staat toch ook op dat bordje? Ehh. Nee. Staat twintig minuten op dat bordje en dat ligt 3 grote mensen stappen achter ons. Tja, sorry. Onderbezetting. Wat in Nederland meestal betekent dat een collega is gaan koffie drinken zonder dat er voor vervanging wordt gezorgd. 


Heb nog boos iets gemompeld over dat het helpt om dan in ieder geval tijdig en goed te communiceren. Als je ziet dat er vier kinderen in de rij staan en je  ‘onderbezet’ bent. Maar dat was duidelijk óns probleem. De grens naar Småland was en bleef gesloten. Kinderen dus maar in de kar gezet en samen de hele IKEA doorgeploegd. Onderweg hoorden we – tussen alle 80’s en 90’s songs, die inmiddels copyright vrij zijn – nog wel een leuke jingle. ‘Komt u naar IKEA? Laat uw kinderen lekker spelen in Småland, terwijl u rustig de boodschappen doet!’ Typical example of a Swedish model with a Dutch interpretation. Moppert mijn Amerikaanse man naast me. Wat maar weer eens laat zien dat hij een stuk beter geïntegreerd is. Dan dit Zweedse model in Holland.

Thursday, June 13, 2013

Collectebusseizoen



Wij hebben sinds kort eindelijk een deurbel. Werd een keer tijd, want we wonen alweer bijna een half jaar in het nieuwe huis. In dat half jaar zijn we heel wat pakketjes van meneer postbode misgelopen. En onverwachte, spontaan bedoelde, bezoekjes. Maar nu niet meer dus. Alle pakketjes worden keurig netjes bezorgd. Inclusief die van de rest van de straat, waar de deurbel het blijkbaar nog steeds niet doet. En vrienden komen weer onaangekondigd een bakkie doen. Ook op momenten dat de koffie op is en je eigenlijk geen tijd hebt, maar dat mag de pret niet drukken. Wat de pret wel drukt is dat we, sinds de deurbel het doet, ongeveer iedere avond een collectant aan de deur hebben staan. 


Blijkbaar is het collectebusseizoen – gelijk een goede suggestie voor Wordfreud – weer geopend. Op zich niets mis mee natuurlijk. We zijn echt niet te beroerd om een eurootje of twee bij te dragen aan het goede doel. Alleen jammer dat ze altijd nét komen als de kinderen eindelijk – na een anderhalf uur durend ritueel – op bed liggen. En dan dus op onze nieuwe deurbel drukken. Die helaas geen volumeknop heeft en zelfs bij een lichte aanraking met vol enthousiasme door het hele huis zoemt. Kinderen weer wakker en het hele ritueel kan weer opnieuw beginnen. Vooral frustrerend als de collecte – zoals gisteravond - is bedoeld voor ouders van kinderen met een beperking. Dat zijn wij namelijk zelf. Wat betekent dat wij – net als veel van deze ouders en kinderen – kampen met slaapproblemen. Waarbij wakker worden van de deurbel niet echt helpt. 


Dus mag ik een kleine suggestie doen? Klop in gezinswijken voortaan even op het raam, als je na kinderbedtijd komt. Of. Nog beter. Kom gewoon tijdens etenstijd. Leren de kinderen ook gelijk over geld geven voor goede doelen. En hebben ze eindelijk wél een valide reden om – voor de zoveelste keer – tijdens het eten van tafel te springen. Collectant blij. Wij blij. En dan komen er al snel wat eurootjes bij. Wedden? Op een nieuwe deurbel. Mét volumeregelaar dit keer. 



Wednesday, June 12, 2013

Lost in translation



Ik heb een Amerikaanse man. Die liever lui is dan moe. Als het om Nederlands praten gaat. Nou is mijn Engels best wel goed. Zit in de genen. Mijn opa was eerstegraads leraar Engels. Toch gaat er nog vaak genoeg iets mis in die communicatie van ons. Daar hebben mannen en vrouwen sowieso regelmatig last van, zo lijkt het. Maar bij ons is het dus nóg een tikje erger. Voorbeeldje? Mijn Amerikaanse man zit voor de TV. Zijn vrouw – ik dus – vraagt: Wat ben je aan het kijken? E-L-O. Hello? No, E-L-O. Hello? No... E... L... O...! Ja. Hello. Zeg ik toch. Bleek dat hij naar de Electric Light Orchestra zat de kijken. In het kort: E-L-O. Voor degenen die – net als ik – toen ook nog niet geboren waren: een rockgroep uit Birmingham, opgericht in 1971. 


Met mijn Hongaarse oppas gaat de communicatie al niet veel beter. Can I go to my friend? So we can go to church together? Vraagt ze, op de zaterdagavond dat wij een bruiloftsfeest hebben. Tuurlijk, of course. Zeg ik dus gelijk. Want kerkdiensten zijn op zondagochtend en dan zijn wij – met dank aan de kinderen – toch altijd al om half 6 wakker. Had alleen uit het half Engels / half Hongaars niet opgemaakt dat de friend wel in Amsterdam woonde en ze daar dan de avond van tevoren. Deze zaterdagavond dus, de avond van het bruiloftsfeest. Naartoe zou willen gaan. Gelukkig was mijn man zo attent om ons op deze miscommunicatie te wijzen. Nog net voor ze met haar koffer bij de bushalte stond. 


Maar naast al deze miscommunicaties. Met als meest recente voorbeeld een verzoek van mij om suikerzakjes mee te nemen van de Appie. Bags of sugar. Waarop ik twee kilo zakken suiker op mijn aanrecht vond... Zijn er gelukkig ook nog genoeg situaties waarin translation geen enkele rol speelt. We elkaar prima begrijpen. Zoals bij deze foto, die mijn man me vorige week door mailde. ‘Ja hoor ze zijn er weer. Harry’s ballen!’ Met de vraag:  ‘Is it as bad in Dutch as it is in English?’ Ja schat, minstens. ‘They’re back. Hairy balls!’  En mochten we elkaar toch weer eens niet begrijpen, seinen we elkaar tegenwoordig met een ‘Elo? ... Hello?’. Voor de overgebleven situaties, waarin we er pas achteraf achter komen, vinden we altijd wel weer een praktische oplossing. Zoals een grote lepel, om die suiker mee in je koffie te scheppen...










Sunday, June 9, 2013

Presentation is everything?



Albert Heijn heeft nieuwe koffiebekers. Beetje Eco. Stuk mooier dan de vorige. Was al blij met mijn koffie. Maar nu nog meer. Alsof ik persoonlijk bijdraag aan een groenere aarde. Alleen maar door mijn broodnodige energieboost op te drinken. Wat ben ik toch eigenlijk een goed mens. Denk ik. Terwijl ik de stationstrap afloop. Trots. Want presentation is everything. Zo ook in dit filmpje van een konijntje. Check: http://www.huffingtonpost.com/2013/05/30/rabbit-fights-box-wins_n_3360505.html?ncid=edlinkusaolp00000003 Doet helemaal niks bijzonders. Wat brokken uit de doos halen. Waar hij ook nog eens mega lang mee bezig is. De arme stumpert. Maar ziet er super uit. Ja toch? Ineens beginnen mijn handen pijn te doen. De beker houdt de warme koffie niet tegen. Zeker - heel Eco - het binnenste isolatielaagje eruit gehaald. Bah. Rotbeker. Ik leer het ook nooit. Het gaat niet om de buitenkant. Maar wat je doet van binnen. Dus mag de oude beker weer terug meneer Appie? En kan iemand dat konijn zijn brokjes de volgende keer gewoon in een voerbakje geven? Dat is wel zo Eco-friendly.