Thursday, January 31, 2013

Achterop



Als student. Ben je altijd ‘On the go’. Donderdagavond. Bellen. Waar zitten jullie? Is er ook iets te eten? Zo nog even een wijntje doen? In voor een leuke avond. Thuis blijven is voor sissies. Stel je voor dat je wat mist. Hup die deur uit. Spring maar achterop. Snel op weg. Naar dat leuke feestje. Nu. Tien jaar later. Zit er een kinderzitje achterop. Vrijdagavond. Bellen. Ben je al bijna thuis? Wat eten we? Op weg naar huis. Moe. Hard gewerkt. Hele week. Trein. Fiets. Man. Kinderen. Koken. Pyjama’s aan. Bed ritueeltje. En dan instorten. Op de bank. Diepe zucht. 


Tot nu. Met mijn nieuwe kinderzitje. Kun je uitklappen. Als je hem nodig hebt. Maar ook inklappen. Helemaal plat. Als er geen kind bij is. Handig. Voor in de dubbele fietsenstalling. Als je onderin staat. Word je zitje niet geplet. Maar nog veel belangrijker. Het kan weer. Wijntje doen. Vriendin achterop. Eenmaal daar. In die kroeg. Jonge jongen. Student. Niet ouder dan twintig. Hoi! Hoe is het? Huh? Tja. Eh. Goed. Maar kan me niet herinneren. Dat ik ook nog van jou ben bevallen. Wel van twee andere kinderen. Kijk maar. Op mijn fiets. Kinderzitje. Zie? O. Schrik. Maar wel bedankt. Voor het compliment. En toch handig. Dat je hem ook weer kunt uitklappen. Als je hem nodig hebt.

Wednesday, January 30, 2013

Tijgermoeders



Zondag waren we in Naturalis. Verdiepingen vol. Met opgezette dieren. Vogeltjes. Muisjes. Vlinders. Krabben. Haaien. En op de vierde verdieping. Ook levende. Want daar kon je spelletjes doen. En kwam de tijgermoeder. Die we allemaal een beetje in ons hebben. Ineens tevoorschijn.  Spelletje met lichtvlakken. Die aangaan. Voor even. In een bepaalde route. Die jij daarna moet onthouden. En proberen na te lopen. Zoemer. Ehhh! Als je het fout doet. Blije bel. Tringeling! Als het je lukt. Naar links! Nee LINKS! Ehhh! Ik zei toch! Links! Het meisje dat schoorvoetend doorgaat. Er gelijk geen lol meer in heeft. Bang voor die zoemer. En vooral voor hoe die ouder daarop reageert. ‘Jammer, goed geprobeerd. Maar helaas, 3 fouten.’ Volgende ouder. Ehhh! ‘Hierna ben jij aan de beurt, Tim’. Ondertussen. Tijgervader. Die bestaan ook. ‘Nog heel even Tim’. ‘Je bent zo aan de beurt’. ‘Let je op Tim.’ ‘Tim!’ Komt goed. Vader van Tim. Laat maar. Wij gaan terug naar de derde. Dode dieren verdieping. Die tijgers daar. Houden zich tenminste koest.

Sunday, January 27, 2013

Opvoed-idealen



Mijn zoontje weet precies wat hij wil en hoe hij daar moet komen. Als klein jongetje al. Wijzend naar die hoge ringen in de speeltuin. Ogen die vragen. Mama wil je me optillen? Zodat ik eraan kan hangen? Nee, lieverd. Antwoord ik. Dat is te zwaar voor mama. Op zoek naar een ander, die het wel wil. En kan. Willekeurige papa. Bij de hand pakken. Meenemen. Naar die ringen. Ogen die kijken. Vragen. En ja hoor. De willekeurige papa tilt mijn zoontje op. Hij heeft het voor elkaar. Toen al. Zonder woorden. En nu zeker. Mét. Knutselend. Mama. Ik heb nodig: plakband, schaar, goud papier. Om dat visioen van die doos als robot snel om te zetten naar de praktijk. En ik doe het. Ai. Ai. Sir. Want een artiest in de dop die spreek je natuurlijk niet tegen.


Want ook ik wil een stevig kind. Actief. Zelfstandig. Hem leren dat het loont als je ergens om vraagt. Net als de ouders uit het onderzoek in Trouw. Check: http://www.trouw.nl/tr/nl/4492/Nederland/article/detail/3382836/2013/01/25/Ouders-van-nu-willen-geen-gehoorzaam-kind.dhtml Niet tevreden met je Happy Meal cadeautje? Een dubbele gekregen? Ga zelf maar vragen of je mag ruilen. Nee heb je, ja kun je krijgen. Opvoedend richting mondigheid. Gelijk mijn collega-ouders. Anno 1983. Anno 2013. Verder? Vind ik het belangrijk dat mijn kinderen goed luisteren. Naar mij, anderen en elkaar. Hun best doen. En ja. Ook bescheiden zijn. Als de situatie daarom vraagt. Maar evenzogoed trots. Als ze daar reden toe hebben. Daarmee ben ik een van de weinigen. Zegt het artikel. Gehoorzaam. Streng. Ijverig. Bescheiden. Sinds 1983 van het toneel verdwenen. 

Maar misschien heeft dat vooral met woordkeus te maken. Waardoor beelden opdoemen van dingen die we vooral niet willen. Boze vaders en moeders. Makke lammetjes van kinderen. Die klakkeloos doen wat een ander zegt en anders over de knie gaan. Ouderwets Hollands calvinisme. No Play. Just Work. Nooit eens genieten. En dan voor arrogant uitgemaakt worden als je daar dan uiteindelijk iets mee bereikt, zegt dat je er goed in bent. Want ik kan me niet voorstellen dat het echt zo erg is als de media het stelt. We alleen nog maar roepers opvoeden. Niemand straks meer luistert. We alleen nog maar hard schreeuwen. Tegen elkaar, vriendjes of het ambulance personeel. Niet langer ons best doen. Omdat we denken dat alles maar aan komt waaien. We daar ‘recht’ op hebben. Alleen ja hebben en geen nee willen krijgen. Nooit meer bescheiden zijn. Ik ben de beste. In alles. Waardoor we ook niet meer zien wat er nog te leren valt. Nul motivatie. Alles al bereikt. 


Als positivo blijf ik geloven dat het om excessen gaat. Het geweld van de laatste tijd. De grensrechter. Jongeren uit Eindhoven. Facebookrellen. En gelukkig op nummer twee, even doorlezend, in het artikel 'Ouders willen geen gehoorzaam kind'. Staat na eerlijk zijn het rekening houden met anderen. Waarvoor je ook moet luisteren naar elkaar. En ook rechtvaardig, verantwoordelijk en behulpzaam staan in de top tien. Roept toch geen associaties op van iemand die het ambulance personeel uitkaffert. Wel denk ik dat het belangrijk is kritisch te blijven kijken. Vooral naar ons eigen handelen. Niet alleen wijzen met dat vingertje naar die ander. Alle ouders,  behalve ikzelf. Maar juist te blijven leren. Iedere dag opnieuw. Om dat visioen van eerlijke, empathische, rechtvaardige en behulpzame kinderen ook echt om te zetten naar de praktijk.


Saturday, January 26, 2013

Polyester



Schijnt weer he-le-maal in te zijn. Probeerde een verkoopster mij vandaag wijs te maken. Polyester. Maar dan hoogwaardig. Zelfs op de catwalk te zien. In de nieuwe sorbet kleuren. Want dit komende seizoen moeten er allemaal zo bij gaan lopen. Als een ijsje. Maar als ik naar buiten kijk. Door de etalage. Zie ik voorlopig toch vooral buiten ijs liggen. Bovendien krijg ik visioenen bij polyester. Van zweetoksels. Heb nog ergens een foto liggen. Met een ex-vriendje erop. Tijdens de korte seventies revival. Begin jaren negentig. Roze polyester blouse aan. Hartstikke hip. Maar wel zweten dus. Vlekken tot aan zijn middel. Vastgelegd. Op de ‘gevoelige plaat’. Iets minder hip. Dus terwijl ik naar mezelf in de spiegel kijk. Een polyester ijsje zie. Dat er een beetje goedkoop uitziet. Want sjiek gaat dat polyester niet worden. Maar toch best duur is. Het is hoogwaardig polyester tenslotte. Bedenk ik me dat ik deze trend maar even aan me voorbij laat gaan. En zeg ik dat ook. Tegen de verkoopster. Weet je het zeker? Vraagt ze. Ja. Heel. Erg. Zeker. Waarna ik de winkel snel weer uitloop. Op zoek naar een stel goede handschoenen. Water- en winddicht. Hoogwaardig. Want daar was ik eigenlijk voor op pad. Het is tenslotte nog lang geen lente. En als het wel zover is. Vier ik dat door een ijsje te eten. Niet door er zelf een te worden. 


Tuesday, January 22, 2013

Niet makkelijk. Confronterend. Heftig ook. Maar heel belangrijk. Dat vooral.



Ik heb gisteren een hele vragenlijst ingevuld. Over Kate. Voor een onderzoek naar Pitt Hopkins. Zodat er een database komt van alle fysieke kenmerken en symptomen die bij dit syndroom horen. Wat klinische onderzoekers weer kan helpen om Pitt-Hopkins te herkennen bij andere kinderen. En dat is natuurlijk belangrijk. Daar helpen we aan mee. Want ik heb inmiddels genoeg ouders gesproken die wel weten dát er iets is, met hun kindje. Maar niet wát er dan is. Die maar blijven zoeken. Naar een antwoord en een klein beetje kader, rond wat hun kind later wel zal kunnen en wat niet. En tot die tijd: vooral onrust. Alsof je iets kwijt bent, maar je weet niet eens wat. En of je het ooit zult vinden. 


Belangrijk dus, maar niet makkelijk. Die vragenlijst. Kan uw kind praten? Klik. Op Nee. Kan uw kind zelf staan? Klik. Weer nee. Zelfstandig eten? Nee. Klik. Klik. Klik. Confronterend. Is uw kind al ongesteld? Nee, gelukkig niet. Wat heftig. Ik moet er nog niet aan denken. Zo ja: Hoe verzorgt u uw kind hierbij? En daar wil ik al helemaal niet over nadenken. Soms ook blij dus, dat je nee kunt klikken. Is uw kind epileptisch? Nee. Krijgt uw kind sondevoeding? Nee. Last van apneu? Nee. En na die vragenlijst, moet je ook nog foto’s maken. Van haar gezicht, zijkant, profiel, handjes en voetjes. Alsof ze een soort rariteit is.


Dat wil je niet, als ouder. Dat je een kindje hebt waar zo’n vragenlijst bij hoort. En had ik ook niet kunnen invullen, denk ik. Aan het begin van ons acceptatieproces. Veel te heftig. Want het allerliefst hadden we gewild dat ons kindje gezond was. Alles wel kon. Praten, staan, zelf eten. En ja, straks ook ongesteld zijn en haar eigen maandverbandje verschonen. Maar het is niet zo. En dat is heel verdrietig. Merk je maar weer eens, als je zo’n vragenlijst invult. Of een andere ouder spreekt met net zo’n bijzonder kindje als die van jou. 


Want we zijn niet alleen. Er zijn een heleboel ouders met bijzondere kinderen. Waarmee iets ‘anders’ is. En hoewel ik het ze zo van harte zou gunnen. Dat hun kindje wél gezond zou zijn. Geeft het ook troost. Ontmoet ik heel veel geweldige mensen. Die tegen dezelfde vragen aanlopen als ik. Door een acceptatieproces gaan en daar heel open over vertellen. Mij een stukje van hun verhaal geven. Zodat ik het op kan schrijven. In wat straks een boek wordt. Voor al die ouders van kinderen met een beperking. Vol praktische tips en persoonlijke ervaringen. Niet makkelijk. Confronterend. Heftig ook. Maar heel belangrijk. Dat vooral.