Ik ben moe. Zelfs een
beetje te moe om te schrijven. Buiten is het donker. Het waait en het regent
ook nog. Dus heb ik de afgelopen avonden weer eens ouderwets tv gekeken. Zit er
overal aan muziekje onder. Als mensen over straat lopen. Elkaar verliefd een
kus geven. Gooien mensen tijdens een happy
tune een paar potten gekleurde verf op straat. Waarna er een auto doorheen
rijdt en er een regenboog van maakt. Doen mensen fluitend klusjes in huis.
Zwemmen ze bij rustgevende pling plong klanken in een azuurblauwe zee, onder
een stralende zon door. Of loopt er een dame op prachtige okergele wedges door
Amsterdam, terwijl iemand ‘mijn stad’ zingt.
Tja en ook de mijne, ooit.
Denk ik weemoedig. Dertien jaar lang om precies te zijn. Een tijd waarin ik ook
nog op hakken liep. En regelmatig grote reizen maakte naar verre oorden als
Mexico, Hawaï en Sri Lanka. Plekken waar de zon net zo hard scheen en de
zee niet minder blauw was. Ondertussen verliefde kussen uitdelend aan mijn
toenmalige reisgenoten. Ook heb ik meerdere muurtjes van studentenkamers
geverfd, in alle kleuren van de regenboog (fluitend natuurlijk). Alleen dat van
die vervende auto heb ik nog nooit geprobeerd, maar ja daar moet je ook maar
opkomen. En de muziek klonk dan misschien niet altijd zodat iedereen het kon
horen, maar toch zeker wel in mijn hoofd.
Een grotere grijze muis
kan ik me niet voelen, na het bekijken van zoveel blije filmpjes, in mijn
joggingbroek op bed. Dit is niet goed! Ik
moet naar buiten! Leven! Daar waar de zon schijnt! Ik verliefde kussen in het
maanlicht krijg! De vrolijke kleuren zijn! En de happy tunes! Nou ja, heb
ik in ieder geval toch weer een stukje over geschreven. En schrijven doe ik
toch beter als het stil is. Spreek ik mijzelf geruststellend toe. Terwijl ik
het nachtlampje uitdoe, de deken over mijn hoofd trek en de regen tegen het
raam aan tikt.