Saturday, May 18, 2013

Waar een klein land groot in kan zijn



Waar een klein land groot in kan zijn bleek gisteren maar weer eens tijdens het Eurovisiesong Festival 2013. Oftewel #esf. Want met die eerste zin doel ik niet zozeer op het optreden van Anouk. Wat op zich prima was en mij dan ook op de overmoedige gedachte bracht dat... Als Nederland zou winnen dit jaar Bussemaker dan gelijk al die hoogopgeleide vrouwen van de bank kon trekken om in 2014 het Esf in ons land te gaan organiseren. Inclusief presentatie. Ter vervanging van Jan Smit, typisch geval van een omhoog gevallen man die belachelijk veel betaald krijgt voor wanprestaties. Alleen maar omdat hij wél het juiste netwerk heeft.


Nee, die eerste zin gaat over de geweldige humoristische reacties van onze landgenoten op Twitter. Waarmee het kijken van Esf voor het eerst in mijn leven leuk werd. Ik het zowaar bijna tot het eind heb volgehouden. Luuk Koeleman die zich afvraagt wanneer er een lama en vier dwergen onder de sprookjesjurken vandaan komen. Foto’s van Pino fallen of the rooftop (https://twitter.com/MoneyMonsterX/status/335792144969265154/photo/1). En natuurlijk de geweldige reacties van Graham Norton op BBC op de inzending van de Grieken ‘Alchohol is free’: “A bit ironic in Sweden, where you have to sell your car to afford a pint." Waarna half Nederland door zapte naar de BBC. Jan Smit of Graham Norton. Er zijn ook nog mákkeljke keuzes in het leven. 


Uiteindelijk ben ik toch nog afgehaakt bij het stemmen. Want het werd al snel duidelijk dat we het niet gingen winnen. En ik kan nu eenmaal niet zo goed tegen mijn verlies. Zeker niet als het er niet helemaal eerlijk aan toe gaat. Wat overigens ook in andere situaties vaak een reden voor vrouwen is om het spel niet meer te spelen, of alleen nog maar parttime. Zweden zelf is om te beginnen natuurlijk al hartstikke corrupt: ze stoppen daar stiekem paardenvlees in hun gehaktballetjes. Maar ook tussen de andere landen was het weer niets dan vriendjespolitiek, check: https://twitter.com/StijnVKralingen/status/335877580395786242/photo/1.


Toen ik vanochtend ging checken watskebird bij dat stemmen, werd dit helaas bevestigd. Anouk op een schamele negende plek, ondergepoept door Denemarken. Zit ik hier toch enigszins met een kater. Alsof je een fles goedkope Glühwein van de Aldi in een keer koud hebt opgedronken. Want tja, die flessen zijn tenslotte nagenoeg gratis. Pino is dood, ik heb hoofdpijn en ik kan mijn verdriet niet eens weg shoppen (op de zak van mijn man) want het is eerste pinksterdag. Dus ga ik maar naar Madurodam vandaag met de kids. Om de boel weer even in proportie te zien. En te kijken of ze Anouk al naast Willem en Maxima op het balkon hebben geplaatst. Want we moeten natuurlijk vooral trots zijn en er zelf in blijven geloven. Nog zoiets, waar een klein land groot in kan zijn. 



Tuesday, May 14, 2013

Bussemaker



Werkende vrouwen zijn deze week ineens volop in het nieuws. Of eigenlijk zou ik moeten zeggen: de niet-werkende vrouwen. ‘Die moeten ophouden te teren op de zak van hun man,’ aldus Bussemaker. En hoewel ik volgens de definitie van Bussemaker – als fulltime werkende moeder van drie kleine kinderen - niet tot doelgroep behoor, voel ik me toch enorm aangesproken. Net als de rest van heel Nederland, zo lijkt het aan de reacties op social media te zien. Achter de uitspraken van Bussemaker komen namelijk nogal wat ‘spookjes’ vandaan die ons allemaal aangaan. 


Te beginnen met de enorme bemoeizucht van de politiek, die ons blijkbaar mag vertellen hoe wij ons gezinsleven in moeten richten. Daar hebben ze namelijk voor betaald. Een investering die niet terugkomt als vrouwen na het ramen lappen herhalingen van Goede Tijden gaan zitten kijken (aldus Steven Pont: http://www.nrc.nl/stevendejong/2013/05/11/poetsen-met-een-diploma-aan-de-muur-betaal-die-studie-dan-maar-terug-vrouwen/). Maar volgens mij geldt dat voor alle investeringen waarbij je niet aan borging doet. Ik ben nog nooit een professional tegen gekomen die de dag na een training gelijk alles anders gaat doen. Zeker niet als de randvoorwaarden niet goed zijn geregeld. En daarmee hebben we gelijk het tweede spook te pakken.


Toen ik in in 2007 als alleenstaand moeder remigreerde naar Nederland had ik nog weinig te klagen. Ik kreeg een ruime kinderopvangtoeslag, waarmee ik nog maar zo’n 10% zelf betaalde. En daarnaast nog flinke alleenstaande ouderkortingen en combinatiekortingen. Bijna te mooi om waar te zijn, en dat was ook zo bleek later. In ieder geval voor dat moment genoeg om samen met mijn zoontje van mijn modale salaris te kunnen leven. Bij een fulltime aanstelling dus. Wat overigens nog geen oplossing bood voor de krappe openingstijden van de crèche, in combinatie met reis-werk tijd. Een probleem dat er bij de start met de basisschool – niet voor half 9 open - al niet veel beter op werd. 


Hoe anders werden de regelingen toen ik een hoogopgeleide leuke man tegenkwam, die ook nog met mij wilde trouwen. Op zich niet zo bijzonder: hoogopgeleide vrouwen vallen vaak op hoogopgeleide mannen. En andersom. Als je dan nog wat leuks te melden hebt, wil zo’n hoogopgeleide man ook nog wel met je trouwen. Maar daarmee werden we wel fiscale partners in een bovenmodaal verdienend gezin. Weg alle kortingen en, met ingang van dit jaar, ook weg kinderopvangtoeslag. Ondertussen kwamen er wel nieuwe kindertjes bij, inclusief eentje met een beperking. Hallo slapeloze nachten dus. Helpt niet echt, als je volgende ochtend weer in de vergadering van je fulltime baan zit.


En dan begin ik nog maar even niet over hoe ontzettend slecht de opvang voor kinderen met een beperking geregeld is (elke middag om 3 uur thuis) als je daarnaast ook nog probeert te werken. Want tja, die opvang is er tenslotte niet voor de ouders. Als je daar dan vervolgens een creatieve oplossing voor probeert te bedenken, zoals bijvoorbeeld een au pair – want ik ga er natuurlijk toch iets over zeggen – wordt dit je door de IND met ingang van juni dit jaar evenwel onmogelijk gemaakt. Zelfs voor Europese au pairs moet je nu een visum hebben a 1000.- euro. Een jaartje werken bij de Appie, stagelopen in een fabriek, studiejaartje in de grote stad. Het mag allemaal zonder, maar zorgen voor mijn kinderen is zo risicovol ... dat moet wel even éxtra gecontroleerd worden. 


Maar het grootste spook van allemaal is het eeuwige schuldgevoel dat je het als werkende moeder nergens goed meer doet. Thuis niet en op het werk niet. Een schuldgevoel dat voortkomt uit een eeuwenoud traditioneel kostwinnersmodel in Nederland (Lees ook: http://www.volkskrant.nl/vk/nl/3184/opinie/article/detail/3441266/2013/05/15/Goed-dat-Bussemaker-de-zweep-over-de-man-haalt.dhtml). En de dagelijkse reacties die je van de buitenwereld krijgt: ‘O, wat zielig. Gaat hij vijf dagen per week naar de crèche?’ Of deze: ‘Hoe bedoelt u, u kan niet op maandagochtend om 10.00uur vanwege werk? Wilt u niet weten hoe het met uw zoontje gaat dan?’


Maar geen problemen zonder oplossingen, zo heb ik tijdens al mijn opleidingen geleerd. Opleidingsvaardigheden die altijd waardevol blijken te zijn, of je ze nu aan werk besteedt of aan andere zaken (het opvoeden van je kinderen bijvoorbeeld). Een paar voorbeelden? Een aantal dagdelen kinderopvang vrij beschikbaar voor alle ouders (zie ook: http://www.vng.nl). Verder bijkopen gerelateerd aan aantal werkuren en salaris. Ruimere openingstijden van (voorschoolse) opvang zodat je voor 10.00uur ’s ochtends op je werk kunt zijn. Bij banen waar dit kan inzetten op het  ‘nieuwe werken’ (minstens 1 dag per week vanuit huis aan de slag). En een leuke folder waarin staat uitgelegd wat de pedagogische voordelen kunnen zijn van kinderopvang, om uit te delen aan willekeurige voorbijgangers die daar een andere mening over hebben. En dat je dan dus nog steeds zélf kiest wat je doet. Want geen grotere motivator dan dat.


Scheelt weer een hoop spoken en een hoop stress. Zie je er zelf straks ook wat minder als een spook uit, tijdens die belangrijke vergadering. Waar je natuurlijk als fulltime werkende moeder wel optimaal moet functioneren. Daar hebben ze tenslotte voor betaald (!)

Monday, May 13, 2013

De honderste blog



‘Successen moet je vieren!’ Zo roepen wij regelmatig op het werk. Dus vandaag is het tijd voor een feestje, want dit is alweer de honderdste blog. En dat in een half jaar tijd. Op allesnee punt nl dan. Op kristaokma punt nl staan er ook 70. Maar die tellen voor nu even niet mee. Nummer honderd op die plek vieren we natuurlijk apart. Zo hebben we nog iets om naar uit te kijken, met zijn allen. 

Dat successen vieren is nog niet zo eenvoudig. Elk succes brengt al snel een nieuwe uitdaging met zich mee. Een nieuwe stip op de horizon. Als we ditte kenne, kenne we datte ook. Even plat gezegd. Bovendien zit succes hem niet alleen in kwantiteit. Of snelheid. Wel in kwaliteit. Maar hoe meet je dat? Het aantal likes op Facebook? Of je die column wedstrijd wel of niet wint? Het aantal (on-) volgers op Twitter?

Bij elk van die meetinstrumenten kun je wel een kanttekening plaatsen. Een foto van een boterham met pindakaas (zie hier mijn ontbijt lieve mensen!) vinden al snel 50 man leuk. De gemiddelde blog moet het met een schamele 6 likes doen. Maar krijgt er 120 als die blog ineens een column heet. Die meedoet aan een wedstrijd. Die je niet wint. Maar hij was dan ook 100 woorden te lang. En om voor jouw column nou de hele opmaak van een krant aan te passen?  En die (on-)volgers op Twitter? Zijn sowieso allesbehalve loyaal. Waarmee ik vast gelijk gelijk weer een hele club volgers kwijt ben, zodra ik deze blog doortweet. 

Dus baseer ik me maar vooral op de reacties in de wandelgangen. Gewoon in levende lijve. Hopeloos ouderwets natuurlijk. Maar wel zo simpel. Net als dat andere kwaliteitscriterium van mij. Dat ik er zelf plezier an heb.  Gewoon omdat ik ut leuk vind. Meedoen is belangrijker dan winnen. Dus op naar de tweehonderd. Of jullie nu liken en volgen... Of niet. 


Friday, May 3, 2013

Koninginnenacht rustig verlopen



Koninginnedag in grote steden rustig verlopen. Kopten verschillende websites op 30 april. http://www.nu.nl/binnenland/3410688/koninginnenacht-in-grote-steden-rustig-verlopen.html In de kleine steden was het al niet veel anders. Want ik lag onder mijn fleecedekentje op de bank. In Haarlem. Een oranje dekentje, dat wel. Maar daar was dan ook wel alles mee gezegd. Dat ging vroeger wel anders. Toen ik zelf nog in een van die grote steden woonde. Vlak achter de Dam. Te gaar om de volgende dag je bed nog uit te komen. Voor 3 uur ’s middags gingen de gordijnen niet open. Laat staan dat je om 10 uur ’s ochtends al klaar zou staan voor een kroning. Twintig meter bij je huis vandaan. Dat keek je dan ’s avonds wel weer in de herhaling. Op de TV. 


Behalve dan dat ene jaar. Waarin we besloten hadden om nou maar eens zelf op die vrijmarkt te gaan staan. Keiharde pieken verdienen. Zo dachten we. Een paar grafisch ontwerpers hadden een T-shirtje voor ons bedacht. Oranje met het Rabobank-logo, waarbij ze de letters hadden verwisseld. Rob-a-bank kreeg je dan. Supergeestig vonden we zelf. Helaas waren we onze tijd ver vooruit. Alle bankschandalen en bonussen waren nog lang niet aan het licht. Bovendien heeft de gemiddelde beschonken vrijmarktbezoeker maar weinig fantasie.  ‘Er staat een foutje op’. Kregen we dus de hele dag te horen. ‘Het moet Rabobank zijn.’ Duh.


Met ons andere project hadden we die dag gelukkig meer succes. We wilden perse op AT5 komen. Dus hadden we een doos gemaakt met gordijntjes, waar mijn vriendin haar hoofd in had gestoken. Tongen voor een gulden, stond er op het bordje. Betaalde je die piek, ging het gordijntje open en stak mijn vriendin haar tong uit. Waarna het gordijntje snel weer dicht ging. Héél erg snel. Want vooral dat laatste deel bleek een hele uitdaging. Bij die wederom beschonken vrijmarktbezoekers. Die natuurlijk een heel ander beeld hadden bij dat tongen. Maar in beeld bij AT5 kwamen we ook die dag. En nog vele jaren erna, in de compilatie van beste koninginnedagmomenten. Maar goed dat we toen nog niet aan social media deden.