Wednesday, March 27, 2013

Zo schuldig als wat...



Een kwart van de ouders werkt volgens het kostwinnersmodel. Eén ouder thuis en de andere ouder op het werk. Waarbij die laatste meestal de man is. Ruim de helft van de ouders volgens het anderhalfverdienersmodel. Eén ouder fulltime, de andere ouder part-time. Twintig jaar geleden? Was dit precies andersom. Oftewel: we zijn steeds meer gaan werken met zijn allen. Het gevolg? Een heleboel combinatiestress. We willen het namelijk wel graag perfect doen. Een geweldige werknemer zijn, zónder dat ons gezin erbij in schiet. En dat lukt dus niet. Merk je maar weer eens, als je kinderen je op zaterdag verliefd aanstaren. Omdat ze je de hele week niet hebben gezien. En je collega’s geschrokken naar je kijken. Als je na het weekend het kantoor weer in loopt, met enorme wallen onder je ogen.


Herkenbaar? Jazeker. Vonden de ouders in Aalsmeer. Bij de ouderavond over de Opvoedachtbaan. En ook ikzelf, in Haarlem, ken het probleem. Tuurlijk kan het best fijn zijn. Als er weer eens enthousiaste mails voorbij komen. Gezocht! Luizenouders. Klaar-overs. Vaders of moeders die willen helpen bij het overblijven. En jij je werk als excuus kunt gebruiken. Sorry nee. Het lukt me even niet om dertig hoofden na te kijken op vieze beestjes, want ik moet werken. (En bovendien krijg ik al jeuk als ik er alleen al aan denk). Sorry. Het lukt me even niet om me om acht uur ’s ochtends voor een vrachtauto te werpen. Zodat onze kuikentjes veilig kunnen oversteken. En nee, sorry. Ik red het ook even niet om dertig kinderen te enthousiasmeren om hun boterham met kaas op te eten. (Thuis ook niet overigens. Zelfs niet bij eentje). Moet namelijk werken. Ja. Jammer. Echt heel erg. Jammer. 


Maar na een tijdje komt ‘ie toch opzetten. Dat nare schuldgevoel. Want ondertussen laat je andere ouders wel het vuile werk opknappen. Kammen ze die kleine van jou ook uit. Staan ze ook voor jouw kuikentje in zo’n kekke oranje outfit langs de weg. Kijken ze of het hen wél lukt om dat mannetje van jou zijn boterham op te laten eten. En mocht ie toch niet vanzelf komen, dat schuldgevoel. Bijvoorbeeld omdat je met al die drukte niet eens tíjd hebt om hierover na te denken, dan doen je kinderen wel een duit in het zakje. Mam, ik vind het niet leuk dat jij zo vaak op je werk bent. Je komt me toch wel ophalen van school hè, straks? Ik mis je papa. Ik zie je bijna nooit. Zijn zo wat random reacties die wij als ouders te horen krijgen. 


Bekend fenomeen dus. Waar ik een tip over geef. In de Opvoedachtbaan. Last van schuldgevoelens over de combi werk en gezin? Stel dan óf de situatie bij, of je verwachtingen bij. Maar ja. Ook dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Want de situatie aanpassen? Is vaak nog niet zo eenvoudig. Met al die 'omdatten'. Omdat je een baan hebt waarvoor je simpelweg alle tijd (en meer) nodig hebt die in een werkweek zit. Omdat je het geld niet kunt missen. Omdat je he-le-maal gek wordt als je die deur niet uit gaat. En anders naar de situatie kijken? Vereist wel wat oefening. Plus nog wat andere tips. Die dus ook in het boek staan. 


Voor de korte termijn? Hebben Miranda en Charlotte nog wel een oplossing. Je weet wel, van Sex in the City. Check dit filmpje: http://www.youtube.com/watch?v=iOW4Y3i56Ko. Beetje high brow. Behoorlijk Amerikaans. Maar ook heel herkenbaar. Dus ik zou zeggen: Leef je uit. Neem nog een slok. En als je de volgende morgen nog even bij moet komen, van die kater. Wanneer de kids om 6 uur weer aan je bed staan.  Of de dag erna niet ‘op en top’ functioneert op je werk. Begin dan gelijk met oefenen. In het je vooral niet schuldig voelen. Waarna je ’s avonds gewoon lekker op tijd je bedje in kruipt. Met de Opvoedachtbaan. Lekker lezen. Die andere tips. En over dat ik het net zo moeilijk vind. Als Miranda en Charlotte, en als jullie. 


Saturday, March 23, 2013

Shoppen



Mijn man houdt niet van shoppen. Op zich niks bijzonders. Ruim 47% van de mannen beleeft absoluut geen plezier aan winkelen. En zodra je dat woord erbij gebruikt. Shoppen. Gaat hij zéker niet mee. Als je hem vraagt. Ga je mee shoppen, schat? Of. Wil jij even Kates poepluier verschonen? Dan kiest hij dat laatste. 100%. Zeker weten. Soms helpt het als ik een zogenaamde ‘voorselectie’ doe. In mijn eentje de stad af struin. Op zoek naar het beste aanbod. Waarna ik hem als het ware mee lok. Die ene winkel in. Kom schat. We moeten nog even langs de drogist. O. En hiernaast heb ik een goede jas voor je gezien. Kun je zo wel even passen. Duurt hooguit vijf minuten. Maar op een slechte dag? Is zelfs dat teveel gevraagd.



Slechts 15% van de mannen laat kleding door hun partner kopen. En daar hoort mijn man dus ook bij. Ik snap best waarom dat percentage zo laag ligt. De mannen? Die vinden het wel prima. Maar voor de vrouwen? Is het super irritant. Betekent namelijk dat jij het moet kopen. Op de gok. Maar ook weer terug ‘mag’ brengen. Op het moment dat dat shirt toch te klein is. Te groot. Of niet helemaal naar meneers smaak. Want kritisch? Blijven we natuurlijk wel. Maar ik doe het natuurlijk met liefde voor hem. Dus heb ik laatst weer wat voor hem gekocht. Met een mooi hartje. Verstopt. In de kraag van zijn nieuwe overhemd. Omdat ik zoveel van hem hou. Dat vooral. En omdat ik hoop dat hij nou eindelijk eens lekker zélf gaat shoppen. Dat ook wel een beetje. Verschoon ik ondertussen die poepluier wel. Beloofd. Oké, cupido van me?


Sunday, March 17, 2013

Ochtendritueel



Maandag. Marimba. Half zeven. Huh? O, opstaan. BAM! Slaapkamerdeur open. Oudste. Piep. Piep. Piep. Ik ben een vrachtwagen. In zijn achteruit. Vroem! En nu in zijn vooruit. Terwijl hij bovenop mama springt. Tatutatutatu. Nu ben ik de ziekenhuiswagen, want jij moet naar het ziekenhuis. Prik. Prik. Prik. Keihard in mijn buik. Zo. Weer helemaal beter. Zullen we nu naar beneden gaan mama? Ja, goed idee. Koffie drinken. Voordat ik echt in het ziekenhuis beland. 


Dinsdag. Half zes. Pieuw. Pieuw. Pieuw. Een maf knutselwerk van drie closetrollen in my face. Jij ben dood mama! Ja, klopt, zo goed als. Maar eh... zullen we een ander spelletje doen? Dat je hartjes schiet zodat mensen verliefd worden ofzo? Suggereert de hippie in mij. Nee! Dat is saai! Hartjes zijn voor meisjes! Ik weet het mam: het is een snow-i-nator. Die maakt sneeuw. Pieuw. Pieuw. Pieuw. Ok, dit gaat te ver. Snel dat bed uit, anders wordt het echt nooit lente. 


Woensdag. Vrije dag. ‘Uitslapen’. Tot zeven uur. In theorie dan. Mama. Mama. Mama. Fluistert een stem. In mijn droom. Huh? Hoe kan dat nou? Op dat subtropische eiland, met die leuke man, waren net nog helemaal geen kindertjes. MAMA. MAMA!!! Een groot schip vaart het strand op. Er springen allemaal kleuters, peuters en baby’s uit. De leuke man is plotsklaps verdwenen. Heel raar. Ik probeer nog in een palmboom te klimmen. HANG! Ik word in mijn nek gebeten. Door een aap? Nee. Het gebeurt echt. Door mijn kind. In mijn slaapkamer. Wordt dan ook eens wakker, mama! 


Donderdag. Marimba. Half zeven. Huh? Er zit een kind op mijn hoofd. En op mijn haar. AU! @#$%*! Snel mijn haar eronder uit trekken. Reflex. BAM! Hoofd tegen de muur. Huilen. Wat doe jij nou weer? Manlief. Probeert ook nog even een constructieve bijdrage te leveren.Kusje. Kusje. Pleister. Voor kindlief. Hoe het met mij is? Nee hoor. Dat hoéf je ook helemaal niet te vragen. Dat haar van mij groeit wel weer aan. En die hoofdwond? Groeit vast wel weer dicht. 


Vrijdag. Het is he-le-maal stil. Eng bijna. Lieverd? Kom je eruit? Je moet zo naar school. Ja mama. Slaapkoppie. Maar ik ga niet tanden poetsen. Hoe bedoel je? Tuurlijk wel. Nee, mama. Ik doe het niet. Enzovoort. Tot een fikse driftbui aan toe. Net als die kinderen van ándere ouders. In de supermarkt. En hoewel je huis er best op lijkt - met al die supermini’s en keukenmini’s en een heuse kartonnen buurtsuper, die samen je hele woonkamer in beslag nemen - is dit toch echt jouw huis. Met joúw kind. Die deze ochtend toch nog tot een waar feestje maakt. 


Het weekend? Daar ga ik niets over schrijven. Doordeweeks hebben wij ouders het al zwaar genoeg. De illusie dat dit in het weekend anders gaat? Houd ik dus graag in stand. En jullie vast ook. Maar vanaf morgen denk ik aan jullie. Als we weer feestelijk wakker worden met zijn allen. Klaar voor een nieuwe dag. Klaar voor een nieuwe week. Alvast een goedemorgen! En heel veel succes.

Tuesday, March 12, 2013

Onderhandelen



Na het douchen nog twee potjes kwartetten. Dan ga je naar bed. Vijf potjes, een boekje en een liedje, mama. De onderhandelingen zijn begonnen. Nee. Dan is het één potje, een boekje en dan gelijk slapen. Maar als ik het eerste potje win, dan mag ik nog vier potjes. Een boekje. O ja. En een liedje. En als ik het eerste potje win? Oef. Dit gaat fout. Ik ben alweer in de eerste valkuil getrapt. Dan mag jij kiezen of het een boekje of een liedje wordt. Na die vijf potjes. Ik lach. Mijn positie wordt al zwakker. Arghh. Ik ga toegeven. Ik voel het. Oké. Zeg ik. Twee potjes en een boekje. Maar geen liedje. Hij stemt in. Voor nu. Het eerste potje vliegt om. Hij wint. Aaahhh. Dat was wel een heel erg kort potje mama. Die telt eigenlijk niet. En ik heb ook nog gewonnen. Dan zouden we eigenlijk vijf potjes doen. De eindscore: drie potjes en een boekje. Ofwel: ik ben de grote verliezer. O ja. En een liedje. Omdat ie alle drie de potjes gewonnen had. Eigenlijk goed voor wel vijftien potjes kwartetten. Dus daar moet je dan wel minstens een liedje tegenover stellen. Ja toch?

Mister Balloon



Ik loop regelmatig met dingen in mijn handen die niet van mij zijn. Kunstwerkjes van school. Een afgelikte lolly. Echt heel erg belangrijke papiertjes. Een gymtas of rugzak. Mooie steentjes. Een leeg pakje drinken. Vieze bladeren. Een natte muts of handschoenen. En zo kan ik nog wel even doorgaan. Soms wordt het me netjes gevraagd. Mam. Kun je dit even voor mij vasthouden alsjeblieft? Soms word ik gecommandeerd. Mam! Hier! Soms wordt het gewoon in mijn handen gedrukt. Zonder er ook maar een woord aan vuil te maken. Op zich geen wereldramp. Die spulletjes zijn vaak niet zo zwaar. Bovendien. Ik kan mijn kinderen er altijd op aanspreken. Het zijn jouw spullen dus die mag je ook zelf dragen. Als ik ineens in een pedagogisch verantwoorde bui ben. 


Het wordt pas vervelend als het om ballonnen gaat. Bij ieder verjaardagsfeestje is het raak. Begint de obsessie. Met die dingen. Mag ik deze rode mama? En mag ik hem straks mee naar huis nemen? Ehh. Alleen als je hem zelf vasthoudt. Antwoord ik dan steevast. Want van ballonnen word ik heel pedagogisch verantwoord. Altijd. Tot het moment dat die ballon de straat over waait. Huilen. Ik mijn leven waag. Om dat ding toch te pakken. Want je kind aan het huilen? Dat wil je liever niet. Houd hem dan ook goed vast! Foeterend. Ja maar. Het waait zo hard mama. Waarop ik dus toch weer met dat ding rondloop. Tot we eindelijk thuis zijn. 


Mag ik er een gezichtje op tekenen mama? Vraagt mijn zoontje. Eenmaal thuis. Met  weer een nieuwe ballonnen aanwinst. Ik noem hem Mister Balloon. Ga je nou niet teveel aan dat ding hechten hè? Ballonnen gaan uiteindelijk ook weer stuk. Ik teken er ook nog een navel op. Wat? Een navel? Nu moet het niet gekker worden. Lijkt het me verstandig als we die navelstreng eens even doorknippen. En snel ook. Dan gebeurt het. Vanzelf. Ik hoef het lot niet eens een handje te helpen. Pats! De ballon knapt. Door de markeerstift. Tja. Dat is het nadeel van die dingen. Zegt mijn man. Achter zijn laptop vandaan. Nee hoor schat. Het is andersom. Dat is het voordeel van die dingen. Alleen jammer dat ze thuis pas knappen. Nadat je er net je leven voor hebt gewaagd. 

Maar ik weet de oplossing. Voortaan stop ik een markeerstift in mijn tas. Als we naar een verjaardagsfeestje gaan. Tekenen we er gelijk een naveltje op. On the spot. Beetje doordrukken. Kijken wat er gebeurt. Niet zo pedagogisch verantwoord. Maar vast heel effectief.En nou niet gelijk denken dat ik echt heel gemeen ben. Hij krijgt thuis heus wel een nieuw ballonnetje van me. Want ik voel me natuurlijk hartstikke schuldig. Dus mag hij hem ook nog een naampje geven. En als Mister Balloon dan een langzame, natuurlijke dood sterft. Ben ik ook nog wel zo’n softie dat ik hem ’s avonds na kinderbedtijd stiekem vervang. Voor Mister Balloon 2, 3 en 4. Die voor hem dan nog altijd Mister Balloon 1 is. Want je kind aan het huilen? Dat wil je dus liever niet.