Wednesday, January 29, 2014

Eindexamen



Vrijdag is het zover. Kate doet ‘eindexamen’. Ze neemt afscheid van de vroegbehandeling. Baloe. Een plek waar ze ruim twee jaar lang met veel liefde, zorg en aandacht is opgevangen. En waar veel andere ouders van kinderen die ‘eindexamen’ hebben gedaan – zo hebben ze mij verteld – nog jarenlang met enige weemoed aan terug denken. 


Ik herinner me ons eerste bezoek nog maar al te goed. De zorgcoördinator en orthopedagoog gaven vol passie uitleg over het reilen en zeilen op Baloe, en vroegen ons: Wat is het eerste doel dat je graag met Kate zou willen behalen? Tja, het liefst zou ik willen dat ze drie woordzinnen kan maken, leert lopen en netjes met mes en vork kan eten. Antwoordde ik eerlijk. Maar gelijk daar achteraan dat ik me maar al te goed realiseerde hoe ontzettend onrealistisch dat zou zijn. Dus voor nu? Eerst maar dat Kate goed leert zitten. Zodat we haar mee kunnen nemen achterop de fiets, op een kleedje kunnen picknicken, bijvoorbeeld op het strand (al is het maar heel even), en ze tijdens een Ikea bezoek overeind blijft in die Antilop kinderstoel (en niet meer als een lappenpop voorover hangt, met alle verbaasde blikken die daarbij horen). Een haalbaar doel, dat door de coördinator en pedagoog met enige opluchting werd genoteerd. 


We maakten nog een rondje door het pand en namen een kijkje op de groep. Waar de begeleidsters Kate vol enthousiasme gedag zeiden: ‘Wat een lieverd! Komt ze bij ons?!’ Waarna ik met een brok in mijn keel terug naar huis fietste. Opgelucht en verdrietig tegelijk. Mijn meisje zou daar overduidelijk op haar plek zijn. Maar hoorde dus ook niet meer op de ‘gewone opvang’ thuis. Ieder nieuw begin is vaak ook afscheid nemen. Maar in dit geval was het afscheid nemen van iets wat ik al die tijd als heel gewoon en vanzelfsprekend had beschouwd. Een begin maken met iets waarvan ik nooit had gedacht dat het onderdeel zou zijn van mijn dagelijks leven. 


Gelukkig ben ik daarna nooit meer met tranen over mijn wangen van Baloe naar huis gefietst. Maar nog wel vele malen ontroerd. Door het team en hun toewijding, enthousiasme en liefde voor de kinderen. Om hoe ze vol verwachting om Kate heen stonden, toen de revalidatie-arts keek of ze een eerste stapje zou zetten. Dolblij lieten zien hoe Kate nu ook de ‘mmm’ en de ‘puh’ kon maken. Vol warmte hoe je haar het best kon masseren tegen buikkrampen of inbakeren om de slaap te vatten. Zo gingen we samen de Kate Curve op. Waar kleine vorderingen van wereldformaat zijn, en andere curves er niet meer toe doen. 


En nu doet ze dus eindexamen. Is ze – volgens mij – met vlag en wimpel geslaagd. Ze kan zitten, een beetje staan, en oefent met stapjes. Zegt papa en mama, maakt een mooie puh, en drukt soms zomaar ineens op de goede knop (zoals haar spraaktherapeut zo mooi zegt) waardoor er een heuse ‘dag’ of ‘ba’ (van bad) uit komt. Ze kan speelgoedjes pakken, omkeren en (expres) weer laten vallen. Haar blik is verruimd, ze kijkt om zich heen en reageert. Maar het allerbelangrijkst: ze is vrolijk en blij, heeft het naar haar zin en straalt. Niet in de laatste plaats dankzij het Baloe-team, iets waar ik ze heel, heel dankbaar voor ben.


Wat geef je iemand die zoveel voor jou en je kind heeft gedaan? Eeuwig geluk en rijkdom, of anders toch minstens een cruise naar de Bahama’s.  Maar helaas: het eerste is niet aan mij, en het andere (met 4 groepsbegeleiders en 4 therapeuten) toch echt een onhaalbare kaart. Dus daarom hierbij dit verhaal uit het hart. Waar deze lieve mensen voor altijd een warm plekje hebben. En ze krijgen wat chocolaatjes natuurlijk. Omdat je je daar – al is het maar voor even – ook heel gelukkig en rijk door kunt voelen. 


Thursday, January 23, 2014

Leef sok bewust!



Hebben jullie dat probleem thuis ook? Dat sokken lijken te verdwijnen? Vraagt mijn manager zich hardop af. Tuurlijk. Antwoord ik gelijk. Met enige weemoed terugdenkend aan het laatste pakje uniekleur sokken dat ik voor Kate heb gekocht, en waar inmiddels (een kleine maand later) nog welgeteld één volledig setje van is overbleven. Waardoor haar voeten weer regelmatig in die paars met geel gestreepte Pipi Langkous kniekousen worden gehesen. Die natuurlijk totaal niet matchen met de rest van haar outfit. Precies de reden dat ik die eenkleurige roze, grijze en witte sokjes had gekocht. 


Nadenkend over dit mysterie slaat mijn fantasie direct op hol. Ik zie een paar kleine mannetjes voor me die door een gaatje achterin de droger kruipen (wel nadat hij klaar is, want natte sokken ‘motte we nie’) en een paar fraaie exemplaren uitzoeken. Ze op hun hoofd passen en dan terug snellen naar hun thuisstad Stockingholm, om er daar een geweldige fashion statement mee te maken. Waarbij het duidelijk moge zijn dat roze, grijs en wit dé modekleuren zijn van dit seizoen. Geel en paars so last season zijn. En dat hetzelfde geldt voor beaniehats (waar zo’n knielange sok al snel op lijkt als je hem als klein mannetje op je hoofd zet). 


Dat ik niet de enige ben met dit soort vreemde fantasieën blijkt al snel als ik ‘sokken mysterie’ Google op internet. Verklaringen lopen uiteen van ‘centrifugale draaiing waardoor ze van de wastrommel naar een andere dimensie worden gezapt’, naar ‘aliens die ze gebruiken om de menselijke soort aan een studie te onderwerpen’, tot aan ‘kabouters die ze gebruiken als slaapzak’. Sokken zouden 'levenden organismen in een larf stadium zijn, waarvan 1 exemplaar cyclisch uitgroeit tot kleerhanger'. En er zijn conspiracy theories die beweren dat Unilever een geheime oplosstof mee weeft waardoor wij als consument steeds maar weer nieuwe sokken moeten kopen. Maar er zijn ook andere varianten te vinden, die minstens net zo plausibel zijn. Zoals een meneer in KRO rekenkamer, die beweert dat AL onze sokken in de krochten van de wasmachine zitten.


Gelukkig worden er ook nog allerlei huis, tuin en keuken oplossingen gegeven als sokkenzakjes, kussenslopen en speciale was bestendige sokkenknijpers. En mag degene die ons simpelweg aanspreekt op onze eigen verantwoordelijkheid (en eens niet de wasmachine, centrifuge, krochten, kleine mannetjes, aliens, kabouters, larven of Unilever de schuld geeft...) niet ontbreken. ‘Behandel je sokken zoals je horloge. Daarvan weet je (meestal) ook waar je hem laat. Gooi ze niet achteloos ergens neer, en let vooral op tijdens omkleed sessies voor en na de sportles.’ Oftewel: leef sok bewust!

Na deze oplossing en verklaring ineen land ik weer met beide sokken op de grond. Wat gingen we ook alweer bespreken? De projectrapportages? Mijn manager pakt de map met financiële overzichten er alvast bij. 


Monday, January 20, 2014

Blue Monday



Het is vandaag Blue Monday. De afgelopen weken zag je overal kersverse hardlopers. In alle huis aan huis blaadjes advertenties van de nieuwe kekke outfits die je daarvoor kon aanschaffen. Boekhandels en bibliotheken die speciale tafels hadden ingericht met voedsel zandlopers, 5:2 diëten en koolhydraat arme receptboeken. Kledingwinkels die nog even een beroep op onze eindejaarsuitkering probeerden te doen met speciale kortingen op de wintercollecties van het vorige decennium. Zenuwachtige (voor even ex-) rokers, op hun handen zittend en op pepermuntjes kauwend. En zeventienjarigen met een colaflesje in de hand, smachtend met hun neus tegen het kroegraam aan waar ze sinds 1 januari niet meer welkom zijn.


Die zeventienjarige blijft daar nog even staan (nog een jaartje, tot hij de nix18 grens is gepasseerd), maar de rest is vanaf vandaag voorbij. Blue Monday is de dag waarop iedereen concludeert dat de goede voornemens ook dit jaar weer niet gelukt zijn. De bankrekening en de portemonnee weer leeg zijn (en de kast iets voller met een nauwelijks gedragen sportoutfit en andere onzinnige items die je voor de volle prijs nooit had gekocht). De boekwinkels en bibliotheken het boek ‘Muffins, brood en cake’ weer in de etalage zetten. En waarop het meestal donker is en regent. Oftewel: de meest depressieve dag van het jaar. Aldus Cliff Carnall die in 2005 een formule bedacht waaruit bleek dat de derde maandag van januari de dag is waarop de meeste mensen zich treurig, neerslachtig of weemoedig voelen. 


En nee, dat is wetenschappelijk nooit goed onderbouwd en bewezen, maar massapsychologie doet ook een hoop. Net als mijn kinderen, die deze Blue Monday goed hebben ingeluid door afgelopen nacht klaarwakker te zijn. Eentje omdat hij zich nu al druk maakt over zijn verjaardag op 3 februari, de ander vanwege weet ik het wat. Genoeg in ieder geval om mij doodmoe aan deze Blue Monday te laten beginnen. En ook het weer werkt vrolijk mee. Maar ik laat me niet gek maken. Met roken ben ik al jaren geleden succesvol gestopt (gewoon ergens halverwege april). Sporten doe ik sinds mijn laatste zwangerschap braaf drie keer per week. Een lege portemonnee is een bekend en vertrouwd beeld. Blauw is gewoon een kleur. En als het morgen groene dinsdag is, overmorgen oranje woensdag, donderdag rood kleurt en zo verder, heb je uiteindelijk een mooie regenboog. 


Wednesday, January 15, 2014

Eindelijk thuis



Eindelijk thuis. Waar mijn grote hoekbank staat, met comfortabele kussens. Ik zag mezelf er net al even op zitten. Op weg naar huis in een propvolle trein, na die überlange werkdag. Adem in (door de neus), adem uit (door de mond). Met een kopje kruidenthee erbij natuurlijk. Even dat laatste beetje energie opdoen voordat de avondspits begint. Zodra ik mijn tas op de grond zet, en mijn jas ophang, vervaagt het beeld. Er komt chaos door de deur zetten. "Mama! Mama! Kijk! Ik heb zelf een Furbyhuis geknutseld!" (Zijn stem is minstens net zo opgewonden als die van een World Cup voetbalreporter op een doelpuntmoment). Als ik de woonkamer inloop hangt Kate daar ergens halverwege haar poef naar de Happy Song te kijken. Met een fijne odeur om zich heen. Mijn man springt rond in de keuken. Met 1 vinger in de lucht, terwijl hij met zijn vrije hand de bak allegaar doorspit. “Au! Ik heb een splinter.” Op zoek naar een pincet dus. Dan begint Skye ineens hartverscheurend te huilen. Poes Tijger heeft, zonder eerst netjes aan te bellen, zijn intrek genomen in het Furbyhuis. Terwijl ik maar eens begin met Kates poepluier te verschonen, en Skye ondertussen plechtig beloof dat we zijn huis in originele staat zullen terugbrengen, doemt het beeld van de kleine paarse toekomstige bewoner op. De Furby die Skye over twee weken op zijn verjaardag krijgt, en nu nog geduldig onderin mijn kledingkast wacht tot iemand op de AAN-knop drukt. Nog meer chaos erbij. Ik geloof dat ik hem eerst maar eens ga leren hoe hij voor mij een lekker kopje kruidenthee zet. 



Friday, January 10, 2014

De aap en het konijn



“Wat zijn we moe hè?” “Ja, nou.” We zitten onderuit gezakt aan ons tafeltje, in hetzelfde restaurant waar we altijd naartoe gaan. Waar we altijd hetzelfde drie gangen menu bestellen. Niet omdat we nou van die saaie piefen zijn (tenminste, ik vind zelf van niet). Maar omdat we alles in Haarlem al wel eens geprobeerd hebben. Wat op zich al heel vermoeiend was. En het nergens zo lekker is als hier. 


“Wat vond jij nou eigenlijk van 2013?” We nemen samen het jaar nog eens door. Twee opvoedboeken, een kinderboek in de maak, ons gezin in alle kranten, 105 blogs (oké, dat heb ik net nog even nagezocht, het is gelukkig nog niet zo erg dat ik dit aantal uit mijn hoofd weet), en aan het eind nog even een burn-almost. Jason een nieuwe baan, de jongens die steeds bijdehandter worden en Kate die kan zitten en een heel klein beetje staan. “Weet je wat het is?” Zeg ik, als we bij de conclusie zijn aangekomen. “We hebben het goed, hebben de kinderen en elkaar. Het is alleen allemaal zo ontzettend vermoeiend en zwaar. De ratrace, het harde werken, de jongens. Dat ging allemaal heus nog wel. Tot Kate.”


Het moet anders. We weten het allebei. Zeggen het al langer tegen elkaar. Maar hoe dan? Daar zijn we nog niet uit. “Zullen we anders eens kijken wat de Chinese horoscoop ervan zegt?” Stelt Jason half grappend (maar ondertussen) voor. “Het is het jaar van het paard.” “Jammer, ik ben konijn. Bovendien ben ik bang voor paarden. 2014 wordt dus niet mijn jaar.” “Toch wel. Er staat hier dat het een superieur jaar voor je wordt. Je zelfs nog moet uitkijken dat je er niet arrogant van wordt.” “Wat ben jij eigenlijk?” “Ik ben een aap. Maar je hoeft die van mij niet op te zoeken hoor. Als jij een goed jaar hebt, dan heb ik het ook.” Zegt mijn man, die op onverwachte momenten ineens heel lief uit de hoek kan komen.


Op weg naar huis stap ik in de poep. Niet in een schattig konijnenkeuteltje. Ook niet in een paardenvlaai. Maar in een vers gelegde hondendrol, uit 2014. “Dat brengt geluk toch?” Zeg ik lachend tegen Jason, terwijl ik mijn schoenzool driftig over de stoeprand haal. “Tuurlijk!” lacht Jason.“Als jij het zegt.” 
Ben benieuwd wat 2014 nog meer voor moois gaat brengen.