Terwijl de wereld ademloos toekijkt hoe Duitsland het
Braziliaanse team de pan in hakt, krijg ik ineens een persoonlijk berichtje. Is
je zoontje thuis? Eh, nee. Die heb ik net afgelopen zondag in alle vroegte naar
Schiphol gebracht. Om naar zijn vader in Israël te vliegen. Met de wallen nog
onder onze ogen van die andere wedstrijd: Nederland / Costa Rica. Waar maar geen
einde aan leek te komen. Check het nieuws
even. Ik Google NOS. En gelijk maar Israël erbij. “De Palestijnse Hamas heeft vanavond raketten afgevuurd op Tel Aviv,
Jeruzalem en Haifa. Het Israëlische raketschild Iron Dome wist alle
projectielen te onderscheppen.”
Even ben ik stil. Skye zit vandaag niet veilig naast
me op de bank, in onze huiskamer. Waar ik hem het liefst in mijn oksel laat
kruipen totdat hij minstens 18 jaar is. Maar
zo’n 25 km bij Tel Aviv vandaan. Mijn gedachten gaan terug naar de tijd dat ik
er zelf nog woonde. Die keer dat ik bijna met een vriendinnetje naar de shuk
hacarmel was gegaan (een grote markt in Tel Aviv), maar op het laatste moment
toch liever op het strand ging liggen. Enkele seconden later was er een
aanslag. Of die andere aanslag, in een shopping mall. Net zo eentje als waar ik
- met mijn nog zwangere buik - alle babyspulletjes had gekocht. Waarna ik weer vele
geruststellende berichtjes stuurde naar familie en vrienden in Nederland. ‘We
zijn er nog. Alles oké.’ En het gewone leven weer doorging. De boodschappen,
die net als altijd gedaan moesten worden. De vloer, die moest worden gedweild.
En Skye, die van en naar de oppas ging.
Maar nu zit ik zelf aan de andere kant. Ruim 3000 km
van mijn mannetje vandaan. Een afstand waarop alles toch vele malen heftiger
binnen komt. Met zo weinig dat je kunt doen. Behalve afleiding zoeken.
Nederland – Argentinië dan maar. Terwijl ik vurig hoop op een goede afloop in
zowel Brazilië als Israël. Zonder extra tijd en strafschoppen, dit keer.
No comments:
Post a Comment