Ik ga later nooit trouwen,
want dan kun je ook niet scheiden. Riep ik als dochter van gescheiden ouders, op een leeftijd
dat dingen nog kinderlijk simpel waren. Maar ik deed het toch. Net als bij veel
dingen werd ik ingehaald door de volwassen realiteit. Ik trouwde met een
buitenlandse man. En ja, ik ging ook scheiden. Helaas. Nog ‘helaaser’ (dat woord
bestaat niet, ik weet het, toch past het hier maar al te goed) was het dat
we tegen die tijd al een kindje hadden. Niet vanwege het kind natuurlijk. Want dat
is (voor mij) het meest lieve, bijzondere en grappige jongetje van de wereld. Maar
wel omdat je een kind nou eenmaal niet over twee landen kunt verdelen.
Met het nodige verdriet tot gevolg. Eerst bij mij,
wanhopig bij de gedachte dat ik hem misschien niet mee terug naar Nederland kon
nemen. Later bij mijn ex, die met een gebroken vaderhart alleen in Israël
achterbleef. Maar inmiddels is het ook ons kind zelf dat hiermee worstelt. Omdat
hij zijn vader maar eens per kwartaal ziet. Niet even op bezoek kan gaan. Te
voet, fietsend en zelfs niet met de trein of auto. Om hem te voelen, ruiken, aan te
raken en te knuffelen. Allemaal dingen die – hoe mooi de techniek ook – via Skype
niet kunnen.
‘Als je boos bent gaat dat in drie stappen hè mama?’
Zei hij vandaag wijs. Eerst ben je boos, dan komt het verdriet, en dan word je
weer rustig. Ook zijn verdriet over zijn papa, zo ver weg, komt er eerst met
boosheid uit. Momenten waarop ik de ‘stomste mama ooit ben’ (veel stommer dan
zijn papa ooit zou kunnen zijn), ook alle andere dingen 'om te haten' zijn en hij
het liefst zou willen dat hij 'nooit geboren was'. Dan komen de tranen en mag
ik hem gelukkig vasthouden. Waarna hij weer rustig wordt.
Dus nu toch maar eens met iemand hierover praten. Dat
lijkt hem fijn. ‘Je gaat wel mee hè mama?’ ‘Tuurlijk schat’. We zijn hele wereldzeeën over gereisd, en ook dit doen we samen. Want ik kan niet met jou
trouwen, dus ook niet van jou scheiden. Gelukkig maar.
No comments:
Post a Comment