Wednesday, April 23, 2014

Tien baantjes



Vroeger keek ik altijd met een dikke grijns op mijn gezicht naar de Indiase familie in Living Color, waar ieder familielid minstens tien baantjes tegelijk had. Maar inmiddels ben ik zelf al geen haar beter. Op kantoordagen ben ik pedagoog en adviseur. Op mijn vrije dag boekenschrijfster. In de avonden, als ik alle zorgafspraken beheer, de secretaresse van Kate. Tussen de bedrijven door de trotse eigenaar van een Bed & Breakfast op AirBnB (waar ons nog te koop staande oude huis op staat). Toegewijd moeder. En chef-kok wanneer ik dagelijks verse sushi voor ons hele gezin in elkaar draai... Oké, dat laatste is gelogen, maar de rest... En dan tel ik de kleine klusjes, de ZZP ‘dingetjes’ zeg maar, nog niet eens mee.



Maar het gaat niet meer. Mijn baas verwoorde het zo: ‘Eigenlijk ben jij nu ook gehandicapt’. Hij keek er serieus bij, en dat was het ook. Want met Kate is er niet alleen een bijbaantje als secretaresse op het lijstje verschenen, maar nog zoveel meer. In ‘Oei, er klopt iets niet’ schrijf ik dat accepteren dat ‘het zo is’ voor ouders van kinderen met een beperking waarschijnlijk de grootste uitdaging is. Daarmee doelde ik, toen ik het opschreef, ‘alleen nog maar’ op de handicap zelf. Want inmiddels merk ik dat je nog heel veel meer moet accepteren.



Sommige van die dingen gelden voor alle ouders van jonge kinderen. Hiken in de Himalaya? Niet zo eenvoudig meer (daarvoor ook niet overigens, maar dat terzijde). Feestjes tot diep in de nacht? Die moet je de volgende dag teveel bezuren, de kosten-baten analyse is niet helemaal in balans zullen we maar zeggen. Bovendien val je om een uurtje of twee vanzelf in slaap (niet zo heel sjiek, zo’n hoopje ouder in de hoek van de bank met wat slaap spuug in de mondhoek). En de ambitie om als vader of moeder alsnog ‘door te breken’ met je inmiddels verslofte hobby, kun je ook maar beter laten varen. Want daarmee moet je tegenwoordig minstens al beginnen voordat je kunt lopen, die oefentijd haal je als drukke ouder never nooit meer in. 


Met een gehandicapt kind wordt dat van dat hiken en die Himalaya nóg lastiger, kun je zelfs niet zomaar even met de trein naar het Dolfinarium in Harderwijk (in ieder geval niet zonder dat daar NS personeel en een platform aan te pas komt). Word je met je diepste ‘ik’ geconfronteerd, quick & dirty, een proces waar je anders waarschijnlijk een heel leven lang over had gedaan. En word je 24/7 door de zorg voor je kind in beslag genomen, waardoor alleen al het tussendoor lezen van een krantenartikeltje (zelfs de eerste zin) niet meer lukt. Laat staan die tien baantjes waarmee het allemaal begon. Dus blijkbaar kent dat acceptatieproces vele lagen. Ik zou er zo weer een boek over kunnen schrijven... Maar ik kan ook accepteren dat ik dáár nou net geen tijd meer voor heb. 

No comments:

Post a Comment