Het is vandaag 30 april en
het is stil op straat. Vroeger kwamen we nu net thuis van Koninninenach. Deden
we even een tukje. Dan snel wat Deo onder de oksels, tandjes poetsen, een
schoon shirt aan en hup daar gingen we weer. Tot we uiteindelijk op ons
tandvlees om een uur of drie over de drempel kropen van mijn Amsterdams
appartement. Verduisterende gordijnen dicht, pizza in de oven, niets meer aan
doen.
Maar dit jaar was het voor
het eerst Koningsnacht. Dat bekt natuurlijk lang niet zo lekker. Bovendien ben
ik inmiddels ruim tien jaar ouder. Sta ik om zes uur op in plaats van dat ik
dan net thuis kom. Mooi op tijd om samen met mijn kinderen de meuk van anderen
mee naar huis te nemen en er nog voor te betalen ook.
De score: twee maal
grabbelton grut, een hamster rugtas die van binnen zo vies was dat ik de vorige
eigenaar ervan verdenk dat hij hem als prullenbak heeft gebruikt, veertien met
zorg uitgezochte Pokemon kaarten (uitzoektijd ongeveer anderhalf uur), een
plastic stanleymes dat mijn zoontje ‘altijd al had willen hebben’ (Huh? Ik had
zo’n ding nog nooit eerder gezien), et cetera, et cetera.
Daarna had ik nog een
treinreis naar Utreg voor de boeg om daar de verjaardag van mijn zusje te
vieren. Onderweg de over de grond rollende bierblikjes ontwijkend en genietend
van het uitzicht op een dronken gast in een leeuwenpak die met de staart tussen
zijn benen door zat te spelen (omdat zijn vriendinnetje niet meer met hem wilde
zoenen). O, en luisterend naar de geweldige versierpoging van de student naast me
die het Zweedse meisje aan de overkant probeerde te imponeren door enthousiast
naar buiten te wijzen en ‘Look! IKEA!’ te roepen
Terwijl ik ondertussen de
valse meidenkoren om mij heen dapper probeerde te negeren. Die, na een eerste enthousiaste
inzet met Janet Jackson – Everywhere I go,
Every smile I see, I know you are there, Smilin’ back at me –, zich ook
nog bijna (Nee, doe het niet!) aan Whitney Houston willen wagen. ‘Gast! Dat is
zo’n leuke classic!’
No comments:
Post a Comment