Kate klapt met haar hand
op die van mij. Waarbij ze het ‘risico’ neemt dat ik haar hand probeer vast te
pakken. Pets. Pak! Pets, Pets. Pak! Pets. Pak! Pets. Pets. Pets.
Pak! Al snel heeft ze het spelletje door en begint ze te lachen. Ze bedenkt een
truc. Ze slaat met twee handen op die van mij, zodat ik haar handjes niet meer
zo snel kan pakken. En lacht nog harder. Dan rijden we nog een rondje op het
damespaard. Terwijl er steeds maar weer een gat in de weg zit. Haar ogen
stralen. Helemaal als we ‘onderweg’ de Haarlemse scheetvogel tegenkomen.
Pfffrrrt! Doet Kate met haar mond. Pfffrrrt! Toeter ik in de linker kant van haar nek.
Pfffrrrt! Doet ze het nog een keertje voor. Pfffrrrt! In de rechter kant van haar nek.
Een gouden momentje, waarin er even geen vierjarigen meer zijn die wél een puzzel kunnen maken, voor mama in hun houten keukentje een nep-pannenkoekje bakken, of de pop verplegen met de dokterstas. Maar de wereld even alleen bestaat uit Kate en mij. En de Haarlemse scheetvogel natuurlijk. Die hartstikke zeldzaam is, en toch maar mooi bij mij in huis woont.
Een gouden momentje, waarin er even geen vierjarigen meer zijn die wél een puzzel kunnen maken, voor mama in hun houten keukentje een nep-pannenkoekje bakken, of de pop verplegen met de dokterstas. Maar de wereld even alleen bestaat uit Kate en mij. En de Haarlemse scheetvogel natuurlijk. Die hartstikke zeldzaam is, en toch maar mooi bij mij in huis woont.
No comments:
Post a Comment