‘Nu wel gaan slapen
jongens. Anders zijn jullie morgen te moe.' 'Nee mama. Wij
hebben nog wat te bespreken.’ ‘O... wat dan?’ Het floept eruit voordat ik er
erg in heb. Misschien gaat het mij wel helemaal niks aan. Wat ben ik toch af en
toe een bemoeimoeder. Maar Ryan kijkt beteuterd mijn kant op, wijst naar de
wiebeltand die hij zojuist heldhaftig uit zijn mond getrokken heeft (en die nu
onder zijn kussen ligt), en zegt: ‘Ik wil hem niet aan de tandenfee geven, ik
wil hem zelf houden.’O, maar dan hou je hem toch lekker zelf? Dat mag ook hoor.’
Stel ik voor. ‘De tandenfee bestááááát niet,’ komt er van onderuit het
stapelbed. Skye mengt zich in het gesprek. ‘Ik wil alleen dat ze ernaar kijkt,’
gaat Ryan onverstoorbaar verder. Maar dat ze de tand wel bij mij laat.’ ‘Jij
bent de tandenfee toch mama?’ Probeert Skye nog een keer. Ik twijfel. Skye is
alweer acht, Ryan nog maar net zeven. Misschien is Ryan nog niet klaar voor een
wereld zonder tandenfee.
Dan denk ik aan het boek
wat ik vandaag heb gelezen. Waarin staat dat ook jonge kinderen het onderscheid
tussen werkelijkheid en fantasie heel goed weten. Maar er niet tegenin gaan als
jij als volwassene fabeltjes ophangt over kabouters die door het bos rennen (‘Kijk,
hij verdwijnt net achter die boom daar. Zag je hem niet?’), over vallende sterren (‘Niet
zeggen wat je gewenst hebt, want dan komt het niet uit’) of tandenfeeën dus (Die 's nachts met hele tassen vol euro's in kinderkamers rondvliegen).
Simpelweg omdat ze opgaan in het spel, jouw fantasie, die op dat moment best
leuk is. ‘Zeg het nou maar eerlijk mama. Deze keer.’ Skye geeft nog even een
extra zetje. Ik wil niet liegen tegen de jongens. Zeker niet na dat boek. ‘Oke,
ik ben de tandenfee.’ (En sinterklaas en de kerstman, denk ik. Maar dat lijkt
me voor dit moment even iets teveel van het goede). Heel even is het stil. Dan
zegt Ryan: ‘Oke. Dan wil ik dus graag mijn tand houden. Maar geef je me dan wel
een euro?’ (!)
No comments:
Post a Comment