Na het douchen nog twee
potjes kwartetten. Dan ga je naar bed. Vijf
potjes, een boekje en een liedje, mama. De onderhandelingen zijn begonnen.
Nee. Dan is het één potje, een boekje en dan gelijk slapen. Maar als ik het eerste potje win, dan mag ik
nog vier potjes. Een boekje. O ja. En een liedje. En als ik het eerste
potje win? Oef. Dit gaat fout. Ik ben alweer in de eerste valkuil getrapt. Dan mag jij kiezen of het een boekje of een
liedje wordt. Na die vijf potjes.
Ik lach. Mijn positie wordt al zwakker. Arghh. Ik ga toegeven. Ik voel het. Oké.
Zeg ik. Twee potjes en een boekje. Maar geen liedje. Hij stemt in. Voor nu. Het
eerste potje vliegt om. Hij wint. Aaahhh.
Dat was wel een heel erg kort potje mama. Die telt eigenlijk niet. En ik heb
ook nog gewonnen. Dan zouden we eigenlijk vijf potjes doen. De eindscore: drie potjes en een boekje. Ofwel: ik ben de grote verliezer. O ja. En een liedje. Omdat
ie alle drie de potjes gewonnen had. Eigenlijk goed voor wel vijftien potjes
kwartetten. Dus daar moet je dan wel minstens een liedje tegenover stellen. Ja
toch?
No comments:
Post a Comment